ANDREW J. NEWALL - JANUS

In ons dagelijks taalgebruik heeft het begrip Januskop een wat pejoratieve bijklank gekregen: wij omschrijven iemand die we Januskop noemen als onbetrouwbaar, iemand met twee gezichten.
Bij de Romeinen was Janus de godheid die stond voor bedachtzaamheid en verandering. Bedachtzaam als in “hij die weldoordacht met de dingen omgaat en zich daarnaar gedraagt” en verandering in de zin van: wie ben ik? Wat doe ik hier en waar wil ik naartoe?

Omdat Andrew J. Newal na het verschijnen van zijn vorige plaat geregeld de opmerking kreeg dat die plaat enkel nieuw werk bevatte en helemaal niet representatief was voor wat hij doorgaans live brengt, besloot hij voor deze nieuwe -zijn vijfde, als ik goed geïnformeerd ben- het roer om te gooien en een aantal van de songs -traditionals of andermans schrijfsel- die hij bij live-optredens pleegt te zingen, in de studio op te nemen. Dat is zijn interpretatie van “kijken naar verleden en toekomst tegelijk” en het resultaat van die aanpak wordt vertaald in vijftien songs en ruim 64 minuten muziek.

Dat is best veel voor een singer-songwriterplaat en het was dan ook niet zonder enige vrees voor verveling, dat ik de schijf in de CD-speler duwde. Nu, na één keer luisteren was die vrees helemaal weg en, nu een 7 of 8 draaibeurten ver ben, word ik iedere keer blijer: Andrew is namelijk een goeie zanger -zo worden ze in Schotland kennelijk per gros gemaakt-, die zich ùet fijne muzikanten omringt en samen met hen een keuze maakt uit de vele traditionals en de gevestigde waarden en die keuze aanvult met een aantal eigen songs.

Aan de kant van de traditionals vind je werkelijk héél bekende liederen als “Road to Dundee”, dat bij ons ooit binnenkwam via Ewan MacColl, “The Loch Tay Boat Song” “The Water is Wide”, dat zo vaak gecoverd werd, dat vandaag nogal wat Amerikanen niet eens meer weten dat dit lied Schots van oorsprong is… Ook “John Anderson”, met die prachtige tekst van Robert Burns -een heel mensenleven in nauwelijks twee strofen- staat op de tracklisting, net als “Raglan Road”, een Ierse all-time favoriet, die bij ons door Rowwen Hèze vereeuwigd werd als “November” en “Come By The Hills”, nog zo eentje waarvan elke Schotse artiest ooit wel eens een versie opnam.

Van de nog levende Schotse songschrijvers leende Newall “Distance” van Jeff MacDonald en -toch wel verrassend) “Share The Darkness” van The Saw Doctors, al dertig jaar een gevestigde waarde, maar nooit ver buiten de Britse eilanden bekend geraakt, ondanks de steun van The Hothouse Flowers. Van de al te onbekende songschrijver John Goyle is er “Liberty’s Sweet Shore” en van Patsy Cavanagh het prachtige en romantische “My Donegal”.

Tel daarbij op de vijf eigen nummers van Andrew, die eigenlijk simpelweg naadloos aansluiten bij de tien geleende songs, en je hebt een setlist, inclusief het kei-grappige “Whisky & Coke”, die op deze studioplaat prima uit de verf komt -ook al omdat er een keure aan gastmuzikanten op de afspraak is, waarbij je nochtans als luisteraar blijft hopen dat je dit effectief ooit in een club of kleine zaal zou kunnen gaan bekijken.

(Dani Heyvaert)

Artiest info
   
 

Label: Birnam Music
distr.: Xango